Print pagina
FAQ/Interpretatie
Toetspunten
Normtekst
Hoofdstuk 4 Eisen te stellen aan het proces
4.3 Sloopprojecten waarbij10m3 of meer sloopmateriaal vrijkomt
4.3.2 Inspectie sloopobject/ stoffeninventarisatie

De sloopaannemer dient te beschikken over een procedure voor de inspectie van het sloopobject en de uitvoering van een stoffeninventarisatie, die ten minste bestaat uit:

  • vaststelling van vrijkomende gevaarlijke afvalstoffen, waaronder wordt verstaan de hieronder als a aangeduide categorie van sloopmaterialen zoals bedoeld in de Regeling Bouwbesluit 2012, en de hoeveelheid daarvan;
  • vaststelling van de overige vrijkomende sloopmaterialen, de indicatieve hoeveelheden en de aard en omvang van mogelijke verontreinigingen;
  • inventarisatie van de bodemgesteldheid en de aanwezigheid van eventuele bodemverontreinigingen en verontreinigde funderingen;
  • inventarisatie en evaluatie van risico’s voor de arbeidsveiligheid in relatie tot de sloopmethode, mogelijke aanwezigheid van gevaarlijke stoffen en / of andere risicofactoren;
  • een inventarisatie en evaluatie van de risico’s van het geplande sloopproject in relatie tot de (constructieve veiligheid van) belendende percelen en overige omgevingsfactoren;
  • een inventarisatie van de mogelijkheden voor de inrichting van de slooplocatie en de aan- en afvoerroutes.

Voorafgaand aan de uitvoering van het sloopproject wordt een inspectie / stoffeninventarisatie uitgevoerd volgens de eisen in deze paragraaf. De resultaten worden geregistreerd en bewaard in het projectdossier.


De stoffeninventarisatie dient ten minste te omvatten de categorieën van sloopmaterialen die op grond van de Regeling Bouwbesluit 2012 op de slooplocatie dienen te worden gescheiden (artikel 8.9 Bouwbesluit 2012, juncto artikel 4.1 Regeling Bouwbesluit 2012). Dat betreft de volgende categorieën van sloopmaterialen:

a.

als gevaarlijk aangeduide afvalstoffen als bedoeld in hoofdstuk 17 van de afvalstoffenlijst bedoeld in de Regeling Europese afvalstoffenlijst, voor zover deze stoffen niet in de onderdelen b tot en met j van dit lid zijn opgenomen;

b.

teerhoudende dakbedekking, al dan niet met dakbeschot;

c.

teerhoudend asfalt;

d.

bitumineuze dakbedekking, al dan niet met dakbeschot;

e.

niet-teerhoudend asfalt;

f.

vlakglas, al dan niet met kozijn;

g.

gipsblokken en gipsplaatmateriaal;

h.

dakgrind;

i.

armaturen;

j.

gasontladingslampen.

Geldend vanaf 31-01-2017
Hoofdstuk 4 Eisen te stellen aan het proces
4.3 Sloopprojecten waarbij10m3 of meer sloopmateriaal vrijkomt
4.3.2 Inspectie sloopobject/ stoffeninventarisatie
Toetspunt
Schouwingslijst
BRL SVMS-007
Bedrijf D I
Project
Paragraaf
Toetspunt 061
Schouwingslijst BRL SVMS-007 Is er een procedure voor de inspectie van een sloopobject en het uitvoeren van een stoffeninventarisatie?
Bedrijf D I A afwijking als niet aanwezig en B afwijking als niet compleet. A/B1 -
Project -
Paragraaf 4.3.2
Toetspunt 062
Schouwingslijst BRL SVMS-007 Wordt voor uitvoering van het sloopproject een inspectie / stoffeninventarisatie uitgevoerd en worden de resultaten geregistreerd en bewaard in het projectdossier?
Bedrijf D I - A
A afwijking als niet aanwezig en B afwijking als niet compleet. Project A/B1
Paragraaf 4.3.2
FAQ/Interpretatie
Interpretatie
In deze paragrafen is een aantal sloopmaterialen voorgeschreven die gescheiden gehouden dienen te worden op de projectlocatie. Eén daarvan betreft een categorie j. gasontladingslampen. Wat wordt hiermee bedoeld en wat valt er onder?

Met gasontladingslampen wordt bedoeld tl-buizen, spaarlampen en andere kwik en natrium lampen (zoals bijvoorbeeld worden gebruikt in straat-, sport- en winkelverlichting). Hoewel LED lampen geen gasontladingslampen zijn, dienen

deze wel te worden ingezameld voor recycling. Dit is op grond van de WEEE regelgeving.

In deze paragrafen is een aantal sloopmaterialen voorgeschreven die gescheiden gehouden dienen te worden op de projectlocatie. Eén daarvan betreft een categorie i. armaturen. Wat wordt hiermee bedoeld en wat valt er onder?

Een armatuur is een draagconstructie voor één of meerdere lichtbronnen. Een armatuur bevat een fitting voor een lichtbron. Armaturen kunnen aan de muur of aan het plafond bevestigd worden en op of in de grond. Het is het onderdeel van de verlichting waaraan een lichtbron of lamp kan worden bevestigd (zie 17-02 voor het type lampen). Een armatuur betreft tevens de voorschakelapparatuur, snoer, stekker en de gehele behuizing. Lampen kunnen ook vast gemonteerd zijn in de armatuur.